Sociale huurders die voor ernstige overlast bij omwonenden zorgen of hun huurwoning zwaar beschadigen of verwaarlozen, riskeren vanaf 1 januari 2023 op een zwarte lijst te behandelen. Het gaat daarbij om hardleerse zondaars die door de vrederechter uit hun woning zijn gezet, legt minister Diependaele uit. “De vrederechter zal er steeds moeten over oordelen dat een huurder gezorgd heeft voor ernstige overlast bij de omwonenden of schade heeft veroorzaakt aan de gehuurde sociale woning. Pas na de rechterlijke toets komt de hardleerse huurder op “zwarte lijst” te staan voor de volgende drie jaar. In het verleden was het mogelijk dat de huurders die hun contract beëindigd zagen voor het veroorzaken van extreme schade aan een pand of die het leven van de buren zuur maakten, zich de volgende dag alweer konden registreren voor een nieuwe woning. Dit is extreem onrechtvaardig voor de kandidaten die wel met de woning omgaan als een goede huisvader.”
Geen zwarte lijst op private huurmarkt
De zwarte lijst blijft beperkt tot de sociale huurmarkt. Voor de private huurmarkt bleek zo’n zwarte lijst niet realistisch. “Initieel was het de bedoeling om een dergelijk systeem op poten te zetten voor de private huurmarkt. Uit onderzoek bleek echter dat er bevoegdheidsproblemen, en tal van praktische en juridische problemen de kop op staken. Daarom beperken we ons nu tot de sociale huurmarkt waar we als overheid wel de touwtjes in handen hebben en kunnen inzetten op een systeem van rechten en plichten. Deze regelgeving heeft de toets van de Raad van State feilloos doorstaan.” De private huurmarkt krijgt geen inzage in de zwarte lijst.
Een les voor hardleerse huurders
De zwarte lijst is vooral een stok achter de deur, legt Matthias Diependaele uit. “Er zal geen golf komen van malafide huurders die toegang tot de sociale verhuur ontzegd werd. Het gaat om een handvol hardleerse personen. We hopen dat het systeem een les zal zijn om een dergelijk gedrag net niet te herhalen op de private markt. Daarenboven staat het de verhuurders vrij om voor hun pand de meest geschikt kandidaat huurder te selecteren.”
Vlaamse belastingbetaler moet niet opdraaien voor wangedrag
Waar het om gaat, is om als overheid het signaal te geven dat er grenzen zijn aan ons sociaal systeem, besluit de minister. “De Vlaamse belastingbetaler moet niet opdraaien voor het wangedrag van enkelingen. We mogen als samenleving een minimum aan wederzijds respect verwachten. Als iemand beroep kan doen op een sociale woning, mogen we verwachten dat daar als een goede huisvader mee omgegaan wordt.”