Vlotter dan verwacht sloot de Vlaamse Regering afgelopen weekend een begrotingsakkoord. Na de stikstofspanningen is het een opsteker voor de ploeg van minister-president Jan Jambon. Dat het begrotingstekort volgend jaar oploopt tot 3,7 miljard euro toont dat veel geld nodig was als smeermiddel.
Hierdoor moet minister van Financiën Matthias Diependaele, die altijd gehamerd heeft op budgettaire discipline, de begroting in slechtere toestand doorgeven dan hij ze heeft aangetroffen.
“Ik heb een dubbel gevoel. Ik zou veel liever in 2024 in evenwicht zijn”, zegt hij. “Maar dat was niet verantwoord met de noden die er waren, zoals in de kinderopvang. Je moet ook zien wat er achter die cijfers zit. We hebben nu eenmaal drie crisissen gehad. Die hebben enorme sporen achtergelaten, maar de begroting heeft die geabsorbeerd. Dan moet je zeggen dat we goed werk hebben geleverd.”
Het Vlaams tekort loopt op tot 3,7 miljard euro. Waarom deelt u ongedekte cheques uit?
Matthias: “Het tekort is in 2024 groter, maar dat is omdat we geconfronteerd worden met een lagere economische groei en een rentestijging die de huizenmarkt doet dichtslibben waardoor en we minder registratierechten innen. We blijven wel op ons traject richting een evenwicht in 2027, omdat ik er bij alle collega's die iets extra's wilden op gehamerd heb dat ze zelf voorstellen moesten doen. De besparingen voor de komende jaren zijn nu al afgesproken. We hadden dat evengoed kunnen overlaten aan de volgende regering.”
Maar de collega's mochten wel cadeautjes uitdelen, zoals een premie van 5.000 euro voor elektrische wagens?
Matthias: “Ik zal eerlijk zijn: ik was tegen zo'n premie. Maar nu ben ik erin meegegaan omdat ze gericht is op de goedkopere segmenten en niet voor de duurdere wagens, met eigenaars die het zelf kunnen betalen. Als onderdeel van het compromis kan ik dat perfect steunen.”
Met wat moedige budgetkeuzes had u de begroting toch perfect in evenwicht kunnen krijgen?
Matthias: “We zijn moedig geweest door het afschaffen van de fiscale korting voor bedrijven die oudere werknemers aanwerven. Bedrijven schreeuwen om geschikt volk, dus wij moeten geen subsidies geven om mensen aan te nemen. Maar als we het tekort gelijk hadden willen houden, hadden we meer dan een miljard moeten besparen. Dan hadden we echt in ons maatschappelijk weefsel moeten snijden.”
Vindt u de fiscale aftrek op dienstencheques schrappen echt snijden in het maatschappelijk weefsel? De prijs is al jaren niet geïndexeerd, waardoor een uur poetshulp nu evenveel kost als een glas wijn op restaurant.
Matthias: “Drinkt ú wijn van negen euro?”
Met de fiscale aftrek kost een dienstencheque 7,20 euro. Is dat niet weinig voor een maatregel die vooral de hogere inkomens ten goede komt?
Matthias: “Ik wil zoveel mogelijk afblijven van de ondersteuning die we aan werkende mensen bieden. De belangrijkste maatregelen om mensen te helpen met de combinatie werk en gezin zijn investeringen in de kinderopvang en de dienstencheques. En het is bewezen dat we hiermee laaggeschoolde mensen aan het werk helpen. Om werken te belonen hebben we ook de jobbonus uitgebreid. Sommigen krijgen 700 euro per jaar extra. We doen wat federaal wordt nagelaten.”
“Ik zal u eens een grafiek tonen (haalt er een grafiek van econoom André Decoster bij). Dankzij het sociaal beleid is de koopkracht van de 20 procent laagste inkomens overeind gebleven en door de indexering van de lonen geldt hetzelfde voor de hogere inkomens. Maar de middengroep verliest, terwijl het net die mensen zijn die we moeten overtuigen dat het loont om inspanningen te doen. Zij doen hun uiterste best, maar als ze gaan werken moeten ze meer betalen op de bus, in de kinderopvang en verliezen ze hun energietarief. En nu zouden we hun dienstencheques nog eens duurder maken? Voor mij zijn die cheques een van de laatste dingen waaraan we moeten raken, ook in de volgende legislatuur.”
Mogen we een suggestie doen om wat extra te besparen? Voer eens een kerntakendebat.
Matthias: “Maar elke begroting is een kerntakendebat! Ik vind de dienstencheques een kerntaak, net als de kinderopvang. Er is echt wel voldoende gebeurd: ik denk dat binnen één legislatuur nooit zoveel bespaard is als onder deze Vlaamse Regering. Ten tijde van de bankencrisis is er veel bezuinigd, omdat het moest. In 2014, met de invoering van nieuwe bevoegdheden na de staatshervorming, ook. Maar tijdens een legislatuur is het uniek dat een regering zo zwaar ingrijpt in de uitgaven als deze.”
Wat met de lastige situatie in de jeugdhulp of de wachtlijsten voor personen met een handicap? Is dat niet eerder een kerntaak dan met allerhande subsidies te strooien?
Matthias: “Tegenover 2019 zijn de uitgaven voor mensen met een handicap met 270 miljoen euro gestegen. We hebben veel gedaan, maar ik ben de eerste om te erkennen dat er nog grote noden zijn. Maar nu doen alsof we nog in de tijd van Daens en Woeste leven, zoals sommigen in het Vlaams Parlement vinden? Dat is er zwaar over.”
Veel mensen zijn teleurgesteld in de kracht van verandering die de N-VA ooit beloofde: het is te weinig.
Matthias: “Ik heb de kracht van verandering anders wel gezien en mijn begroting is daar een mooi voorbeeld van. We zetten in op een warm Vlaanderen, maar zorgen er tegelijk voor dat ons verdienmodel blijft bestaan en dat de rekening klopt. Ik doe echt niet mee aan het kneuterige zwartkijken alsof het hier allemaal zo slecht is.”
Dat behoudt uw partij wel voor aan het federale niveau.
Matthias: “We wijzen op de pijnpunten, dat is iets anders. Het gemakkelijkste wat je als politicus kan doen, is iedereen gelijk geven door te zeggen dat het allemaal slecht gaat. Het Vlaams Belang doet dat voortdurend. Mensen worden graag gestreeld in hun slachtofferschap. Ik weiger dat te doen.”
U zal ons verwijten zwartkijkers te zijn, maar of het nu over onderwijs, het economisch of het sociaal beleid gaat: de vaststelling is toch dat de Vlaamse Regering te weinig stenen verlegd heeft?
Matthias: “Die kritiek mist elke geloofwaardigheid. Onze economische coronamaatregelen waren de juiste, waardoor we een crisis hebben kunnen vermijden. Tijdens de energiecrisis hebben we het hoofd koel gehouden. Voka eiste nu, nu, nu actie, maar wij hebben ervoor gekozen met doordachte maatregelen te komen. Met succes, want de Nationale Bank oordeelde dat we ons geld veel gerichter dan anderen hebben ingezet. Onze exportcijfers boomen nu: 2 procent van de wereldhandel is Vlaams. Vlaanderen besteedt 3,6 procent van zijn bbp aan innovatie. Nergens in West-Europa zijn er in verhouding meer ondernemers. Zal ik nog even doorgaan?”
Wat met het Vlaams onderwijs, dat in onderzoek na onderzoek slechter scoort?
Matthias: “Het gaat niet in een vingerknip, maar Dirk Van Damme, voormalig onderwijsexpert van de OESO, heeft onlangs gezegd dat de tanker aan het keren is. Het is een onverdachte bron, want hij heeft in het verleden op socialistische kabinetten gewerkt.”
De grootste bedreiging, de vergunningverlening die plat ligt door stikstof, krijgt de regering niet opgelost.
Matthias: “Ik heb niet gezegd dat alles goed gaat, maar ik betwist dat het allemaal op niets trekt of er geen visie zou zijn.”
Door het constante politieke geruzie heeft de Vlaamse Regering dat beeld toch zelf in de wereld gezet?
Matthias: “De media moeten stoppen met te doen alsof een debat iets slechts is. Dat is de essentie van politiek. Er moet op een bepaald moment beslist worden en dan moet iedereen die beslissing verdedigen. Zie de discussie over de kinderopvang: CD&V-minister Hilde Crevits heeft haar zegje gedaan, ik het mijne, er is nu een akkoord en we verdedigen dat allebei. Ik zie het probleem niet. We moeten het debat meer omarmen.”
Uw partijgenote Zuhal Demir noemt CD&V-voorzitter Sammy Mahdi ‘sabotage-Sammy’ en uw voorzitter Bart De Wever wilde CD&V en Open VLD ‘kopje onder’ duwen. Is dat nog politiek debat, of is dat ruziën?
Matthias: “Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. Ik ga mijn collega’s niet berispen en ik ben ook niet zo kleinzerig. Op de voorpagina van een weekblad ben ik al neergezet als minister van Dakloosheid. En dan?”