Minister Matthias Diependaele bakt vandaag frieten in een beschermd monument in Gent. In een van de pensenkramen van het Oud Vleeshuis in Gent bakt friturist Filip al enkele decennia onze bekende goudgele knappertjes. Minister Diependaele: “Als minister van onroerend erfgoed wil ik benadrukken dat monumenten veel meer zijn dan enkel kastelen of kathedralen. Enkele jaren geleden onderzochten we de volkscafés met het oog op een bescherming. Het is voor mij duidelijk dat ook onze frietkoten niet mogen ontbreken. Erfgoed moet tastbaar zijn voor de Vlaming.”
Onderzoek naar beschermenswaardige frietkoten
Erfgoedminister Diependaele gaat samen met zijn bevoegde administratie, Agentschap Onroerend Erfgoed, een onderzoek opstarten om beschermenswaardige frietkoten in Vlaanderen in kaart te brengen. “Ik wil de Vlaamse lokale besturen actief betrekken om de meest merkwaardige frietkoten in kaart te brengen. Het is uiteraard niet de bedoeling om alles te beschermen. We zijn zuinig met onze beschermingen en kiezen dus enkel voor hoogstaande erfgoedparels. Wel wil ik een mooie staalkaart samenstellen voor volgende generaties”, laat Matthias Diependaele weten.
De minister benadrukt dat frituristen niet mogen gehinderd worden in hun activiteit door de bescherming. Daarom zullen de vertegenwoordigers van de sector nauw betrokken worden in het onderzoek. Tegen het einde van deze legislatuur moeten de eerste Vlaamse frietkoten beschermd worden.