In 2015 bedroegen de transfers tussen Vlaanderen en Wallonië zeven miljard euro. Dat cijfer is niet nieuw en komt overeen met de grootteorde van andere studies. De verdienste van deze nieuwe studie ligt in de inzameling van zeer veel microdata, in de samenwerking met instellingen als het Planbureau en de Nationale Bank en in het feit dat de dynamiek van de transfers over een periode van twintig jaar wordt bestudeerd.
Waals gezin ontvangt jaarlijks 4820 euro
Omgerekend betekenen de transfers een jaarlijkse kost van 2590 euro per gezin en per werkende Vlaming. Dat betekent dat de modale Vlaming elk jaar meer dan een maandloon ziet verdwijnen om de transfers te financieren. Zonder de kosten van de vergrijzing in rekening te brengen, zou dat bedrag zelfs oplopen tot 3000 euro, of acht miljard in totaal. Ook Brussel draagt netto bij. Wallonië ontvangt dan weer 4820 euro per gezin.
Transfers moeten structureel dalen
Vooral de effecten van de vergrijzing en de zesde staatshervorming vallen op. Vlaanderen heeft een groter deel van de sociale uitgaven nodig om zijn pensioenen te kunnen betalen. Sinds 2000 is het Vlaamse aandeel in de pensioenuitgaven met 1,5 miljard gestegen. Ook de regionalisering van een deel van de personenbelasting zorgt ervoor dat de transfers tussen 2000 en 2020 op papier stabiel blijven rond 6,5 miljard euro. Opvallend is dus dat de transfers gedrukt worden door een ouder wordende Vlaamse bevolking, maar dat er aan de onderliggende economische verschillen weinig of niets gebeurt. Vooral omdat de vergrijzing die we in Vlaanderen zien, sinds 2015 ook volop in Wallonië begint toe te slaan. Dat enkel Vlaanderen ouder wordt, is dus een fictie.
“Sommigen dromen van volledige tewerkstelling in 2025, maar het zou al een gigantische stap voorwaarts zijn als Wallonië en Brussel evenveel mensen aan de slag krijgen als Vlaanderen”, verklaart Sander Loones. “Dat zou 340.000 Franstaligen extra op de arbeidsmarkt betekenen, en dus een gans pak minder mensen die op Vlaamse kosten moeten leven van een uitkering. Enkel zo zouden de transfers structureel kunnen dalen. Als je de recepten van de PTB daarvoor volgt, dan kan dat alleen tot nog meer transfers leiden. Daarom alleen al moeten we dringend de omslag naar confederalisme maken.”
Solidariteit moet transparant zijn
Matthias Diependaele benadrukt dat Vlaanderen solidair wil blijven met Wallonië: “Maar daar moet ook iets tegenover staan. Vlamingen hebben het recht om te weten wat er met hun geld gebeurt en dus is een veel grotere transparantie nodig. En ook de Franstaligen hebben recht op een efficiënter bestuur, zodat ze niet voor eeuwig veroordeeld zijn te leven van transfers. Er moet een perspectief zijn dat de transfers structureel omlaag gaan. Ook Vlaanderen vergrijst en zal alle middelen nodig hebben om zijn eigen vergrijzingskosten te kunnen dragen.”