Wallonië groeit sneller dan Vlaanderen! Wallonië loopt Vlaanderen in! Schreeuwerige krantenkoppen die we met de regelmaat van de klok te lezen krijgen. Fake news. En dat beseft zelfs Waals minister-president Paul Magnette (PS). “En matière de croissance ou d’emploi, la Wallonie ne peut évidemment rivaliser avec la Flandre, qui est une des régions les plus dynamiques d’Europe.” Citaat van Paul Magnette, recent in Le Soir (Vrij vertaald: "Vanzelfsprekend kan Wallonië niet concurreren met Vlaanderen wat groeicijfers en tewerkstelling betreft. Vlaanderen is een van de meest dynamische regio’s in Europa.")
De kloof
Verschillende stemmen benadrukten nochtans de voorbije jaren dat Wallonië stilletjes aan Vlaanderen zou inhalen, zeker op het vlak van economische groei. In Le Vif werd de toenmalige voorzitter van het Waals parlement geciteerd, met enige zin voor overdrijving: “Dans une Europe qui a peur, la Wallonie relève la tête.” We schrijven september 2011, de weldaden van het Marshallplan werden bezongen.
In werkelijkheid heeft Wallonië maar enkele jaren de Vlaamse groei benaderd. En dat was eerder van korte duur, en de sterke uitzondering op de regel. Sinds de jaren 60 liet Wallonië maar vier keer een sterkere groei optekenen dan Vlaanderen. Le Vif berekende dat aan een dergelijk tempo Wallonië erin zou slagen om Vlaanderen bij te benen … ergens in de jaren 80 van de 21ste eeuw.
De verschillen worden enkel groter
Op de tweede studievoormiddag van Objectief V, afgelopen zaterdag in het Vlaams Parlement, werd cijfermatig aangetoond dat de verschillen alleen maar groter worden. Vlaanderen en Wallonië groeien steeds verder uit elkaar. De tendens is duidelijk en oplopend. In een schier eindeloze reeks cijfergegevens onderbouwde Edwin De Boeck (hoofd van de N-VA-studiedienst) de stelling van het “twee-landen-land”. België is niet één land maar twee landen, twee democratieën en twee economieën.
Nochtans zou je anders verwachten. In heel wat Europese landen zien we dat de regio’s naar elkaar toegroeien. De welvaartsverschillen worden er kleiner. Maar binnen de Belgische grenzen merken we alleen stagnatie. In internationaal perspectief is het welvaartsverschil in België enorm. In geen enkel klein land in het Europa van de oude vijftien lidstaten is de welvaart zo uiteenlopend. Het systeem blijft steken, ook al praten we hier over twee kleinere naties die niet alleen elkaars buren zijn, maar ook hetzelfde federale beleidskader delen. Of zou het misschien net daaraan liggen?
La flamandisation de la Belgique
Is er hoop nu België met een centrum-rechtse regering meer op zijn Vlaams wordt bestuurd? Uit de meest recente data kan inderdaad voorzichtig worden afgeleid dat het beleid van de huidige federale regering sterk bijdraagt tot het herstel van de economie in alle regio’s. Het herstel van de concurrentiekracht, samen met de taxshift en de loonmatiging, zorgt ook in Wallonië en Brussel voor veel extra jobs. Maar het is Vlaanderen dat met zijn open economie het meest vooruit gaat.
In Wallonië en Brussel blijft vooral de productiviteitsgroei achter. De loonvorming wordt bijvoorbeeld nog altijd centraal op Belgisch niveau bepaald, en dat blijkt vooral voor Wallonië een handicap. De Franstaligen worden meegetrokken in een loonverhaal dat voor hen te ambitieus is en ze prijzen zichzelf daardoor uit de markt. Niet enkel Vlaanderen maar dus ook Wallonië blijkt het slachtoffer van de gebrekkige staatsstructuur. Overduidelijk is splitsen in dit geval bij uitstek ook in het voordeel van Wallonië.
Ogen open
Ook Christophe Deborsu bevestigde recent nog dat de kloof groter wordt. Toen cijfers bekend raakten van het aantal Waalse gezinnen dat over de taalgrens gaat wonen, was hij helemaal niet verbaasd: “Walen beseffen steeds meer dat er een grote kloof is tussen de twee gewesten. (…) Maar Walen zijn het ook stilaan beu dat de economische groei beter blijft in Vlaanderen. Bovendien is het onderwijs er beter en is er de helft minder werkloosheid. Ik kan nog een tijdje doorgaan, dus ik kan maar beter stoppen.” Het laatste zinnetje suggereert dat de waarheid confronterend is.
Wanneer Vlaamse politici hiervoor de ogen sluiten, kunnen we vragen stellen bij hun motivatie. In de politiek weegt bij sommigen het kortetermijngeheugen helaas al te zwaar door. Zeker wie pleit voor herfederalisering van bevoegdheden is blijkbaar vergeten dat het de onmogelijkheid was om op Belgisch niveau een degelijk beleid te voeren, die het noodzakelijk maakte om bevoegdheden over te dragen naar de deelstaten.
Onze conclusie? Elk pleidooi voor herfederalisering is meer ingegeven door de politieke wensdroom van weinig moedige politici dan door een ernstig pleidooi voor efficiënt bestuur voor de burgers. Dat België uit twee verschillende democratieën en economieën bestaat, kan immers geen eerlijk mens nog ontkennen. De voorbije 185 jaar werden heel wat inspanningen gedaan om de twee grote volksgemeenschappen in dit land naar elkaar toe te laten groeien. Die inspanningen hebben duidelijk gefaald, en zullen in de toekomst ook onsuccesvol blijven. De kloof groeit.