Tussen 14 en 16 juli 2021 werd ons land getroffen door ongeziene wateroverlast. In Vlaanderen werd vooral de provincie Limburg erg getroffen. Veel Vlaamse gezinnen lijden nog steeds door de opgelopen schade. De afgelopen weken hebben de verzekeraars alles in het werk gesteld om deze schade zo snel mogelijk in kaart te brengen. De totale schade wordt geraamd tussen 90 en 123 miljoen euro. De Vlaamse overheid heeft nu een akkoord bereikt met de sector om ervoor te zorgen dat alle verzekerden 100% volgens het contract van hun brandverzekering worden vergoed voor de geleden schade.
Vlaams Minister-president Jan Jambon: "Ik ben heel blij dat de Vlaamse overheid en de verzekeraars allebei het onderste uit de kan halen om deze ongeziene ramp het hoofd te bieden. De verzekeringsmaatschappijen zijn bereid om een stuk meer bij te dragen dan de verzekeringswet oplegt. Als overheid dekken we het verschil, zodat niemand in de kou blijft staan."
Minister van Financiën & Begroting Matthias Diependaele is tevreden met het bereikte akkoord: “Voor ons was het absoluut belangrijk dat zoveel mogelijk Vlamingen worden geholpen en liefst zo snel mogelijk. Met dit akkoord zijn we daar in geslaagd. Nu is het zaak om de getroffen Vlamingen zo snel mogelijk te vergoeden, met het akkoord dat bereikt werd in de schoot van de Vlaamse Regering, kunnen we daar in de nabije toekomst werk van maken.”
Vlaanderen zal via het Vlaams rampenfonds de schade vergoeden aanvullend op de schadevergoeding uitbetaald door de verzekeraars. Gezien de grootorde van de totale claim worden de verzekeraars door de wet beschermd om hun solvabiliteit te garanderen. Deze wet voorziet in plafonds in de tussenkomst van verzekeraars bij grote natuurrampen. De verzekeringssector zal zijn inspanning verdubbelen tot 44 miljoen euro voor wat Vlaanderen betreft en elke verzekerde slachtoffer volledig vergoeden, zelfs wanneer de schadelast hoger zou zijn dan de wettelijke begrenzing. Bovenop dit deel uitbetaald door de verzekeraars heeft de Vlaamse Regering nu beslist om het resterende saldo te betalen aan de slachtoffers van de watersnood.
Diependaele: “Concreet zal het gaan om een bedrag tussen 49 en 79 miljoen euro. We willen ook de praktische rompslomp voor de slachtoffers zoveel mogelijk beperken door hen niet bij verschillende instanties te laten aankloppen, daarom zal de verzekeringssector de bijdrage van het Vlaamse gewest prefinancieren.”
Ook Hein Lannoy, CEO van Assuralia onderstreept het belang van dit akkoord voor elk slachtoffer: “Het bewijst dat de verzekeringssector zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat. Door de krachten te bundelen met de Vlaamse overheid hopen we dat slachtoffers van de ramp snel de draad terug kunnen oppikken.”
Voor de schade die buiten de brandverzekering valt, kunnen er overigens tot eind september aanvragen worden ingediend.
Vlaams Minister-president Jan Jambon: “De Vlaamse Regering legt de laatste hand aan de officiële erkenning van de watersnood als ramp, zodat burgers, landbouwers en openbare instellingen hun schade, die niet valt onder de brandverzekering, kunnen melden bij het Vlaams rampenfonds.”