Wie door omstandigheden op de private woningmarkt geen huis of appartement vindt, kan in een warm Vlaanderen een beroep doen op een sociale woning. De kandidaat-huurder moet zich hiervoor aanmelden bij een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) of een sociaal verhuurkantoor (SVK). In 2020 stonden er zo’n 169.000 mensen op een wachtlijst voor een sociale woning. In 2019 waren dat er 153.510.  “Wanneer we de groei van de wachtlijst willen analyseren en vergelijken, moeten we dat echter doen op basis van de juiste geactualiseerde cijfers”, laat Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele weten. “Om de twee jaar gebeurt zo’n actualisatie. De vorige keer dat we dit deden, was in 2019. Toen zagen we tussen 2017 en 2018 een groei van 13%. Op lange termijn zien we dus een afvlakking.”

De wachtlijst voor een sociale woning bestaat uit twee soorten kandidaat-huurders, enerzijds zijn er de nieuw ingeschrevenen en anderzijds zijn er de huidige huurders die een andere woning aanvragen, mutaties. Zo’n 8,8% van de wachtlijst behoort tot deze laatste categorie.

Huurpremie

Wie op een wachtlijst voor een sociale woning staat, leeft niet op straat.  “Wie vier jaar of langer op de wachtlijst staat, kan een beroep doen op de Vlaamse huurpremie. Met deze premie kunnen de kandidaat-huurders op de private markt een woning huren en Vlaanderen past dan de sociale correctie bij. De kandidaat-huurders op de wachtlijst laten we dus niet in de kou staan”, laat Diependaele weten. “We kunnen zo’n premie niet automatisch toekennen. De kandidaat-huurder moet hiervoor een aanvraag indienen. Ze kunnen hiervoor steeds terecht bij het OCMW of bij de sociale verhuurder. Ik wil de kandidaat-huurders dus zeker aanbevelen om met die instanties contact op te nemen en de huurpremie te bespreken.”

Toegankelijk

“Het feit dat onze wachtlijst groeit, toont aan dat ons systeem toegankelijk is. Vlamingen vinden de weg naar een sociale woning. Het feit dat we destijds de inkomensgrenzen hebben aangepast, zorgt ervoor dat meer en meer Vlamingen in aanmerking komen voor een sociale woning”, laat Diependaele weten. “Vandaag de dag hebben we inderdaad onvoldoende woningen voor al die kandidaat-huurders. Met de Vlaamse Overheid investeren we deze legislatuur een ongezien recordbedrag van 4,5 miljard euro in sociale woningbouw. Het zijn de SHM’s en de SVK’s die mee uitvoering geven om dit bedrag om te zetten in woningen. Een sociale woning is geen LEGO-doos. Vlamingen beseffen maar al te goed dat je van vandaag op morgen geen woning bouwt. Daar komt veel meer bij kijken dan gewoon geld voorzien. We moeten dus rekening houden dat we het effect van deze investering pas later zullen zien.”

Eerlijkheid

Wanneer de sociale woningmarkt toegankelijker wordt, moeten we ook verder inzetten op de rechtvaardigheid van het systeem. “We werken hiervoor op drie sporen: budgettair, bestuurlijk en eerlijkheid”, vertelt minister Diependaele. “Het budgettaire kwam al aan bod: 4,5 miljard euro investeringen. Met het bestuurlijke verhaal zijn we bezig om de sociale woningmarkt om te vormen. Met de oprichting van woonmaatschappijen – waar SHM’s en SVK’s schouder aan schouder zullen samenwerken – zetten we de kandidaat-huurder centraal. We zorgen voor een klantgerichte aanpak met één onthaalfunctie per gemeente. Dat zal ervoor zorgen dat Vlamingen die onze hulp nodig hebben, die nog beter zullen krijgen.”

Sociale woningen moeten terechtkomen bij de mensen die ze effectief nodig hebben. “Fraudeurs moeten ervantussen”, stelt Diependaele fors. “Daarom heb ik in maart ook de oproep gedaan om met private onderzoeksbureaus te controleren of huurders een eigendom in het buitenland hebben. Wie dat wel heeft, vliegt eruit. De sociale woning komt dan vrij voor Vlamingen die er écht nood aan en recht op hebben. Verder leggen we ook het accent op integratie. Wie in Vlaanderen een beroep wil doen op onze sociale voorzieningen, moet zich engageren om deel uit te maken van onze samenleving. Daarom leggen we de lat hoger en eisen we enerzijds dat kandidaat-huurders een behoorlijk niveau Nederlands spreken. Anderzijds lanceren we de huurdersverplichting dat werklozen ingeschreven moeten zijn bij de VDAB. Dit zijn emanciperende maatregelen. Maar dit is evident een werk van lange adem. Vandaar dat we kiezen voor daadkrachtig en toekomstgericht beleid.”

Tot slot benadrukt minister Diependaele de eindigheid van sociale huurcontracten. “Vandaag is het zo dat een sociale huurder ervan uitgaat dat de woning een verworven eeuwig-durend recht is. Quod non”, verduidelijkt Diependaele. “We hebben de sociale huurcontracten tijdelijk gemaakt, en gaan frequent controleren of de huurder nog voldoet aan de toewijzingsvoorwaarden. Wanneer dat niet zo is, moet hij of zij de sociale woning verlaten en plaats maken voor iemand die echt nood heeft aan onze hulp. Een sociale woning mag geen win for life zijn. Integendeel: ze moet een springplank zijn in het leven.”

Onderwerpen