Waarom is deze beslissing nodig?
De Vlaamse Regering investeert elk jaar bijna honderd miljoen euro in onderhoud en herwaardering van onroerend erfgoed. Dat is wat de Vlaming van ons verwacht. Maar door de grote vraag ontstond een wachtlijst.
Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele: “Investeringsdossiers moeten soms jaren wachten tot er geld beschikbaar is. De premies die we nu uitbetalen, zijn in 2014 aangevraagd. Zes jaar wachten, daar staat niemand voor te springen. Het is geen manier van doen om kerkfabrieken, gemeenten of privépersonen zo lang te laten wachten. Voor het onroerend erfgoed is het evenmin goed. Op zes jaar tijd kan een gebouw snel achteruitgaan. Nu gaan we naar een sneller systeem dat inspeelt op prioriteiten en opportuniteiten.”
Wat willen we hiermee bereiken?
Met een bijsturing van de premieregels willen we een evenwicht bereiken tussen de financiële behoeften van erfgoedeigenaars en de budgettaire mogelijkheden van de overheid. Wie ondersteuning verdient, moet die op een realistische termijn kunnen krijgen. Daarbij willen we af van wachtlijsten.
“Vlaanderen wil realistische engagementen aangaan en zal daardoor een betrouwbare partner zijn”, laat minister Diependaele weten. “De uitgangspunten zijn daarom: goed huisvaderschap belonen en klemtonen leggen bij de grootschalige dossiers waarop we inzetten.”
Hoe gaan we dat doen?
We vertienvoudigen (!) het maximumbedrag van werken die recht hebben op een standaard erfgoedpremie van 25.000 euro tot maar liefst 250.000 euro.
Minister Diependaele: “Daardoor komt niet alleen klein onderhoud in aanmerking, maar ook grotere instandhoudingswerken en zelfs doorsnee restauraties. De procedure is laagdrempelig, digitaal en biedt uitzicht op een snelle ondersteuning. Daarmee zetten we maximaal in op regelmatig beheer om dure restauraties te vermijden.”
De bijzondere erfgoedpremie vervangen we door een systeem met open oproepen. “Elk jaar zullen we oproepen lanceren voor thema’s die actueel zijn of grote noden kennen”, licht minister Diependaele toe. “Daarmee willen we projecten in het voetlicht zetten die een oplossing bieden voor velen of die maatschappelijk belangrijk zijn. Met dit nieuwe model zal er een nieuwe dynamiek komen binnen onroerend erfgoed, zo denk ik aan een oproep om een creatieve invulling te geven aan leegstaande kerkgebouwen.”
Voor elke oproep stelt het Agentschap Onroerend Erfgoed een budget beschikbaar. Een jury zal de beste voorstellen selecteren. Op basis van die selectie voorziet minister Diependaele de nodige ondersteuning. Ook de meerjarenpremies, die dienen voor echt grootschalige en langdurige projecten, verlopen voortaan via oproepen.
Inwerkingtreding vanaf 1 december 2020
Bij dat alles maken we procedures eenvoudiger en eenduidiger, verminderen we de administratieve lasten en gaan we voluit voor digitalisering.
“We voorzien dat de nieuwe financiering vanaf 1 december zal inwerken. Dit is een redelijke termijn, als je weet dat we een radicale omslag maken in het financieringsmodel. Vanaf kan de verhoogde standaardpremie aangevraagd worden en lanceren we de thema’s van de oproepen”, besluit minister Diependaele.