Er werden drie categorieën huisvesting vastgelegd, met telkens een specifieke financiering. Categorie 1 is de basiscategorie en omvat alle huisvesting die niet behoort tot de twee andere categorieën.

Categorie 2 omhelst de slaapplekken in hotels, vakantiewoningen in vakantieparken, hostels, assistentiewoning en serviceflats. Categorie 3 ten slotte omvat het bouwen van nooddorpen.

Veilig, gezond en menswaardig

Alle slaapplekken moeten eerst opgenomen zijn in de Vlaamse huisvestingstool, het online instrument waar gemeenten en organisaties de beschikbare plekken kunnen opgeven. Met deze tool worden het aanbod, de instroom en de subsidiëring op mekaar afgestemd.  De aangeboden slaapplekken moeten veilig, gezond en menswaardig zijn en ze moeten minstens drie maanden ter beschikking staan. De financiering geldt alleen voor lokale besturen, niet voor particulieren of andere organisaties.

Specifieke financiering

Per categorie worden ook een specifieke financiering vastgelegd, die gaat van een eenmalige subsidie voor private slaapplekken in een particuliere woning tot een dagsubsidie voor slaapplekken in bijvoorbeeld hotels of vakantiewoningen.  In de derde categorie komen de steden Antwerpen en Mechelen in aanmerking voor subsidie voor de pilootnooddorpen die zij op hun grondgebied bouwen. Bijkomende nooddorpen kunnen in functie van de noden ingezet worden na goedkeuring door de regering.

Goede spreiding

“We kijken daarbij in de eerste plaats naar duurzame opvang”, zegt Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele. “Daarbij houden we rekening met maximale modellen die stellen dat er tot 120.000 vluchtelingen uit Oekraïne opgevangen zouden moeten worden in Vlaanderen. Dat is een bijzondere uitdaging in een woningmarkt die vandaag al enorm onder druk staat. En dus waken we over een goede spreiding.”

Onderwerpen